Huntington’s disease research news.

In duidelijke taal. Geschreven door wetenschappers.
Voor de wereldwijde HD-gemeenschap.

Buzzilia Video: Dag 2

Video van dag 2 van Buzzilia: avondnieuws, interviews en reportages van het HD World Congress 2013 in Brazilië

Vertaald door Vik Hendrickx

Hier is Buzzilia, video 2: hoogtepunten en interviews van het World Congress over de ziekte van Huntington 2013 in Rio de Janeiro. Jeff en Ed bespreken biomarkers en praten met Dr Ralf Reilmann over kwantitatieve motorische beoordeling, en Dr Julie Stout over cognitieve problemen.

De volledige onbewerkte video (31 minuten), inclusief een speciale verschijning van Charles Sabine, is te vinden op YouTube.

Je kunt ook hier video’s van 33 World Congress sessies bekijken, dankzij Gene Veritas.

[Samba muziek]

ED: Welkom terug bij dag twee van Buzzilia. We zijn onverwacht vroeg begonnen. Dus welkom terug, iedereen. Dat wil zeggen op tijd. Dus, opnieuw vanuit Rio de Janeiro voor het World Congress over de ziekte van Huntington, ik ben Ed Wild.

JEFF: Bedankt iedereen voor het blijven kijken. Ik ben Jeff Carroll. Even ter herinnering, we zijn hier aan het eind van de dag om te proberen samen te vatten wat we hebben gezien op de bijeenkomst. Heel belangrijk, hopelijk opnemen en online zetten en delen met families die niet helemaal naar Rio konden komen, zodat ze toch een voorproefje kunnen krijgen van de opwinding van deze bijeenkomst. Eerst wilden we kort reflecteren op een aantal van de hoogtepunten van vandaag. Dus, Ed, jij eerst. Wat viel je op aan de wetenschap vandaag?

ED: Voor mij, mijn onderzoeksgebied is biomarkers, dus er was vanmorgen een sessie over biomarkers die echt mijn aandacht trok. Het was eigenlijk best bemoedigend.

JEFF: Dus dit is de voor de hand liggende vraag, wat is een biomarker?

ED: Daar is veel discussie over, maar zoals ik erover denk is een biomarker alles wat we kunnen meten, dat ons helpt de ziekte te begrijpen, of medicijnen voor een ziekte te ontwikkelen. Als je bijvoorbeeld denkt aan bloeddruk, dat kan beschouwd worden als een biomarker voor de gezondheid van je hart en je bloedsomloop. Als je bloeddruk hoog is, kan dat hartaanvallen en beroertes voorspellen, en als je behandelt om de bloeddruk te verlagen, kan dat je risico op hartaanval en beroerte verminderen. Dus dat is een heel nuttige biomarker, en het is gemakkelijk te meten. We zoeken naar biomarkers voor de ziekte van Huntington. We zoeken al een tijdje, en eigenlijk hebben we er al behoorlijk wat gevonden. Wat we vandaag hoorden was dat die biomarkers waarschijnlijk nuttig zullen zijn om de volgende generatie klinische onderzoeken te ondersteunen. We gaan klinische eindpunten niet wegdoen, en het cruciale met elk medicijn is, maakt het mensen beter? Vertraagt het de progressie? Voelen mensen zich beter? Wordt hun leven verbeterd door dit medicijn? Deze biomarkers zullen ons hopelijk helpen dat programma te versnellen, begrijpen hoe het medicijn en de ziekte op elkaar inwerken. Wat we hoorden is dat we in het afgelopen decennium enorme vooruitgang hebben geboekt, door dingen zoals Track HD en Predict HD, en een aantal andere inspanningen om echt goede biomarkers te ontwikkelen die daarbij echt zullen helpen. Dus dat was cool. Wat was jouw hoogtepunt?

JEFF: Mijn woord van de dag was compensatie.

ED: Dus wat je moet weten, Jeff, is dat je het hotel niet kunt aanklagen omdat je in slaap viel bij het zwembad en verbrandde.

JEFF: Laat mijn huid erbuiten. Nee, dit is het idee dat terwijl hersenen beschadigd raken in de loop van HD, ze in staat blijven om vrij normaal te functioneren. Dus, we hoorden vandaag van Alexandra Durr, dat zelfs de hersenen van normale mensen krimpen terwijl ze ouder worden.

ED: Dat klinkt behoorlijk eng.

JEFF: Ja eigenlijk, maar Julie Stout van Monash University vertelde ons dat zelfs ondanks deze voortdurende krimp, de hersenen van HD-patiënten in staat zijn de taken die ze moeten uitvoeren verrassend effectief uit te voeren, op manieren die we nog niet echt begrijpen. Het lijkt erop dat de hersenen het vermogen hebben om te compenseren op manieren die echt verrassend zijn.

ED: Oké, dus dat soort compensatie. Dat klinkt bemoedigend, omdat dat het soort ding is waar we hopelijk aan kunnen werken om de hersenen beter te helpen doen, en dat zou een verschil kunnen maken?

JEFF: Dat klopt. Stop de schade, en misschien kunnen we wat ruimte maken voor meer compensatie.

ED: Ik zal nooit stoppen met beledigen. Laten we Herr Dr Ralf Reilmann van de Universiteit van Munster op het podium uitnodigen. Ik zou moeten zeggen “Niet meer”, van de Universiteit van Munster. Welkom, Ralf. Ga zitten. Eigenlijk heeft Ralf zich recent afgescheiden van de Universiteit van Munster en het George Huntington Instituut opgericht. Gefeliciteerd.

RALF: Ja, heel erg bedankt. Het is een zeer spannende stap voor ons om, naar ik hoop, betere zorg voor onze patiënten te kunnen bieden, in een andere infrastructuur. We zullen nog steeds samenwerken met de Universiteit van Munster. Er zal een samenwerking zijn, maar door bepaalde omstandigheden hadden we de mogelijkheid om daadwerkelijk een instituut te ontwikkelen en op te bouwen. Dat geeft ons veel meer ruimte voor de mensen, voor de artsen, voor mijn team om in te werken. We zijn heel enthousiast dat we dit kunnen doen. We zijn ook zeer dankbaar voor de steun die we van verschillende mensen hebben gekregen om die stap te kunnen zetten.

ED: Gefeliciteerd. Dus, ik voel dat we de olifant in de kamer moeten aanspreken, of liever de wollige mammoet. We moeten praten over de monobrauw.

RALF: Dat is een genetische samenstelling, omdat ik in Munster in Duitsland woon, en dat is een stad die beroemd is om zijn regen. Dus uiteindelijk, over de generaties, hebben we wat bescherming ontwikkeld.

ED: Dus net zoals Elena gisteren zei, dat misschien enige uitbreiding van het Huntington gen beschermt of misschien een nuttige progressie van de mens is de monobrauw een genetisch voordeel als je in Munster woont?

RALF: Ja, precies. Ik denk dat dat waarschijnlijk het punt is, maar ik heb een paar goed bedoelende vrienden van de HD scene gehad. Ik denk dat ze zich ergens verstopt, een van mijn goede collega’s van Track, die volgens mij veel ervaring heeft met mode, omdat ze uit dat soort stad komt. Ze prees het vanmorgen, ze vertelde me eigenlijk, stiekem een paar keer, dat ik er beter voor zou moeten zorgen. Wat heel frustrerend is, is dat ik dat deed. Dus dit is eigenlijk geknipt.

ED: Dit is de groei van één dag?

RALF: Ja.

ED: Het spijt me te zeggen dat het volledig herenigd is, zoals Duitsland na WOII. Ik kan dat laten verdwijnen; ik kan de monobrauw laten verdwijnen. Iedereen, doe alsjeblieft mee met het bedanken van Dr Reilmann terwijl hij zijn… Nee Nee Nee! Hij gaat niet zitten na een tweemin­uutsgesprek over zijn monobrauw! Kom op, mensen!

RALF: Ik wil je nog steeds bedanken, omdat ik denk dat je tijdens deze leuke yoga-oefening een nieuw idee in mij hebt opgewekt over een nieuwe motorische beoordeling. Dus heel erg bedankt.

ED: Oké, yogamotografie. Dus, je bent een gadgetman? Toch?

RALF: Wat is dat?

ED: Je houdt van elektronische gadgets?

RALF: Gadgets, ja.

ED: In principe was een van je hoofdfocussen en waar je vandaag over sprak wat we kwantitatieve motorische beoordeling noemen? Naar mijn mening, ik ben neuroloog, en er zijn veel familieleden in het publiek, de bewegingsproblemen bij HD zijn meestal vrij duidelijk. We zien ongewenste bewegingen, en we zien mensen die problemen hebben met balanceren, of struikelen over stoepen. Wat jij doet is elektronische gadgets gebruiken om die problemen te meten. Waarom moeten we dat doen, als de bewegingen vrij duidelijk lijken?

RALF: Zoals we vanmorgen hebben besproken is een van de grote kansen die we hebben bij de ziekte van Huntington, eigenlijk, dat we mogelijk behandelingen zouden kunnen vinden om zo vroeg in te voeren dat we het begin van de ziekte zouden kunnen vertragen. Als we gaan naar wat we vandaag de premanifeste cohort van gendragers noemen, wat ik denk de intentie is die we allemaal hebben. Voor dat specifieke doel zouden we zeer gevoelige metingen moeten hebben om te beoordelen of medicijnen werken, in dit vroege stadium van Huntington, eigenlijk geen ziekte, maar zo vroeg. Ik denk dat het heel belangrijk is om te beseffen dat deze motorische metingen die we nemen, als je de papers van Track leest, bijvoorbeeld, maak je geen zorgen als je een gendrager bent. Want wat we daar meten betekent niet – en dat is wat ik vanmorgen wilde benadrukken, ik denk dat het heel belangrijk is – het is geen symptoom. Dus het is geen deficit, het is geen ziekte, zoals Karl vanmorgen aangaf. Dat is heel belangrijk om te weten. Wat we meten is echt een zeer gevoelige vingerafdruk van iets subtiels dat gebeurt, wat je helemaal niet beïnvloedt, maar waardoor we mogelijk kunnen zeggen of verbinding X, of Y, of een vector die in de hersenen wordt geïnjecteerd mogelijk de ziekte vertraagt. Het is niet echt een biomarker als je wilt, het is echt de kliniek waar we naar kijken, en ik denk dat dat de goede nauwe link is. Zoals we allemaal weten, zijn de motorische symptomen niet altijd de meest uitschakelen­de voor onze patiënten, maar ze kunnen een heel mooie hint voor ons zijn om te begrijpen of een medicijn werkt. Daar gaat het over.

ED: Kun je ons wat voorbeelden geven van het soort gadgets die je gebruikt om deze heel subtiele motorische dingen te ontrafelen die ons zouden kunnen helpen dit te begrijpen?

RALF: Ik denk dat je dacht aan de tonguitsteektaak, toch?

ED: De tonguitsteektaak?

RALF: We hebben heel eenvoudige dingen, eigenlijk. Het is heel gemakkelijk te doen; het is als spelen met een muis. We hebben kleine krachtsensoren, het is niets met naalden, het is niet invasief. Je raakt gewoon aan met je hand; je probeert een regelmatige beweging te doen. We kunnen heel fijne, discrete verschillen zien tussen mensen in vroege stadia van de ziekte van Huntington, en controles. We kunnen eigenlijk zien hoe deze heel fijne motorische deficits in coördinatie vooruitgaan over tijd. Dus het is heel gemakkelijk. We hebben eigenlijk een klein ding dat eruitziet als een fles, als je wilt. Het heeft een krachtsensor eraan bevestigd, dus we meten de grijpkrachten die je uitoefent. We hebben de sensor eraan bevestigd die de positie van het apparaat meet. Dus als je chorea zou hebben bijvoorbeeld, wat wat amplitudebeweging zou hebben, zouden we dat kunnen kwantificeren. We zouden kunnen zien of een medicijn dit vermindert, of of het vooruitgaat over tijd, als voorbeeld.

ED: Het andere waar je vandaag over sprak was de uitdaging van het rekruteren van patiënten voor onderzoeken naar de ziekte van Huntington. Kort, als je het niet erg vindt, ongeveer waar staan we wat dat betreft? Zijn we goed in rekruteren of slecht? Wat kunnen we als gemeenschap doen om rekrutering te verbeteren?

RALF: Ik denk dat het behoorlijk spannend is om de geschiedenis van onderzoeken naar de ziekte van Huntington te bekijken. Als je kijkt naar onderzoeken in de jaren ’70, of ’80, hadden ze meestal patiëntenaantallen van ‘n’ gelijk aan 7 tot 10, of misschien 20 op z’n best. Door de geweldige inspanningen die zijn geleverd door mensen in de Huntington Study Group, en nu in het Europese HD netwerk, denk ik dat we vandaag de geweldige mogelijkheid hebben om daadwerkelijk klinische onderzoeken te doen, op grote schaal. Wat betekent dat het vandaag niet eens onmogelijk is om te overwegen om verschillende onderzoeken te doen, en parallel die mogelijk, theoretisch, 400 of meer patiënten zouden vereisen. Ik denk dat dit iets is dat 10, 15 jaar geleden niet mogelijk zou zijn geweest om zelfs maar te overwegen. Ik vind het geweldig dat de mogelijkheid er is om dit te doen, en het is het werk van 30, 40 jaar van onderzoekers, zoals ik vanmorgen noemde, de familie Wexler, die het comité begon om de ziekte van Huntington te bestrijden in ’68. Het zijn een paar decennia geweest en ik vind het geweldig om te zien hoe het allemaal is geëvolueerd. Natuurlijk zijn alle patiënten die we hebben en de verwanten zo ongelooflijk gemotiveerd om dit soort onderzoek te ondersteunen, wat begrijpelijk is. Ik denk dat het een geweldig genoegen is voor mij, voor mijn team, en ik denk voor ons allemaal hier om deel uit te maken van deze wetenschappelijke, historische kans die we hebben om misschien de eerste neurodegeneratieve ziekte te stoppen, als we de tools ervoor hebben.

ED: Dus als we ervoor willen zorgen dat de komende onderzoeken zo snel mogelijk worden gerekruteerd, klinkt het alsof mensen zich in zekere zin vooraf moeten aanmelden? Zodat de expertisecentra weten dat ze bestaan, wanneer het tijd is om te rekruteren, toch?

RALF: Ja. Gelukkig hebben we de grote cohortonderzoeken, wat in Europa REGISTRY is, en dan nu, gelukkig, hebben we de mogelijkheid om een wereldwijd rekruteringsonderzoek te hebben, ENROLL-HD. Wat we natuurlijk zouden willen vragen aan iedereen die getroffen is door de ziekte van Huntington, of een familielid is, om toe te voegen. Omdat we zelfs controles nodig hebben voor een deel van het onderzoek. Dus ga alsjeblieft naar het dichtstbijzijnde centrum in je omgeving, en als je er geen hebt, laat Bernhard Landwehrmeyer of Joe Giuliano het weten, en je hebt er misschien binnenkort een. Dus ik denk dat het een heel spannend project is dat we die mogelijkheid hebben om mensen wereldwijd te rekruteren, en mogelijk naar klinische onderzoeksrekrutering te gaan op een manier die we nog nooit eerder bij andere ziekten hebben gezien.

ED: Bedankt Ralf. Blijf zitten, maar bedank Ralf alsjeblieft dat hij bij ons op het podium kwam. [Muziek] Dames en heren, verwelkom alsjeblieft Professor Julie Stout. Het spijt me dat je werd verwelkomd door nog een flits van Ralfs monobrauw, maar welkom op het podium. Ga alsjeblieft zitten.

JEFF: Dus, Julie, bedankt dat je bij ons kwam. Ik dacht, terwijl je vandaag sprak, dat ik als wetenschapper en HD familielid getroffen was, en ik luisterde met twee hersenen. Omdat je cognitie bestudeert, dus ik begrijp min of meer, als wetenschapper, wat dat betekent. Als familielid was voor mij het ergste deel van het zien dat mijn moeder ziek werd van de ziekte van Huntington niet de bewegingen en zo, hoe erg ze ook kunnen zijn, het waren de cognitieproblemen. Ik realiseerde me dat patiënten thuis, en familieleden, misschien niet precies weten wat we bedoelen met cognitie. Dus zou je kort kunnen uitleggen wat cognitie betekent? Welke verschillende soorten cognitie bestudeer je bij HD-patiënten?

JULIE: Natuurlijk. Cognitie is eigenlijk onze denkvaardigheden; ons vermogen om dingen te onthouden en aandacht te schenken, ons vermogen om beslissingen te nemen. Ons vermogen om snel te reageren als iemand ons een vraag stelt. Dat zijn het soort dingen waar we aan denken, die verschillende typen cognitie zijn. Een specifieke die behoorlijk interessant en belangrijk is bij de ziekte van Huntington, is iets wat we executieve functie noemen. Dit is zoals een controllerfunctie die ons helpt vooruit te denken, planning te doen, strategie. Om te veranderen wat we doen als de noodzaak ontstaat voor ons om een verandering te maken. Dus executieve functie is iets dat beïnvloed wordt bij de ziekte van Huntington, dat invloed heeft op veel verschillende delen van ons leven, en dat is iets dat beïnvloed wordt bij de ziekte van Huntington.

JEFF: Dus heb je gevonden dat al deze verschillende aspecten van denkvaardigheden, van cognitie, gelijk beïnvloed worden bij de ziekte van Huntington? Of zijn er specifieke die, wanneer je met patiënten praat, het meest schadelijk zijn voor hun levenskwaliteit?

JULIE: Een belangrijk punt om te beseffen is dat verschillende mensen, verschillende patiënten met de ziekte van Huntington, verschillende trajecten hebben. Sommige mensen hebben meer problemen met hun geheugen, en andere mensen hebben meer problemen met vertraagd denken. Of niet in staat zijn om strategisch te zijn, of een beslissing te nemen. Het verschilt dus echt van persoon tot persoon, maar wat we wel weten is dat over het algemeen de ziekte van Huntington er anders uitziet dan de ziekte van Alzheimer. Het soort geheugenprobleem dat je hebt bij de ziekte van Huntington is het soort waarbij je iets weet, maar wat moeite hebt om het te herinneren en te vinden wanneer je het nodig hebt. Bij de ziekte van Alzheimer verliezen mensen echt hun geheugen voor iets. Zo werkt het niet bij Huntington, ze hebben alleen moeite om het terug te halen wanneer ze het nodig hebben. De ziekte van Huntington heeft dus echt specifieke effecten, en het zal op verschillende manieren impact hebben op verschillende mensen. Ik denk dat het belangrijk is om te zeggen dat deze moeilijkheden zich vaak manifesteren wanneer mensen uitdagende taken moeten uitvoeren. Een alledaagse uitdagende taak is koken. Wanneer je drie of vier dingen moet maken en ze allemaal tegelijk klaar moet hebben, zodat je familie samen kan eten. Het betekent dat je de dingen op het fornuis moet beheren, en er zijn andere dingen in de magnetron. Je moet de salade maken, tussen het starten van de magnetron door, en al die taken tegelijk beheren, en ervoor zorgen dat alles gelijktijdig klaar is, zonder iets te verbranden. Dit is iets dat voor iedereen moeilijk is, maar het wordt echt veel moeilijker bij de ziekte van Huntington, en het kan echt impact hebben op het vermogen om normaal, dagelijks te functioneren.

JEFF: Je had het over een nieuwe reeks vragen die je hebt voor mensen met HD, en het valt me op dat als we medicijnen of behandelingen willen hebben die de cognitie verbeteren, wat ik denk dat iedereen wil, je de juiste vragen moet stellen. Bijvoorbeeld over koken. Kun je iets vertellen over de nieuwe reeks tests die je hebt ontwikkeld?

JULIE: Ja. De testbatterij test mensen op alle verschillende soorten vaardigheden die worden aangetast bij de ziekte van Huntington. Vervolgens wordt alles bij elkaar opgeteld. Iemand kan een probleem hebben met functie A en een ander persoon met functie B, en weer een ander persoon met functie C, plus D. Als je dat allemaal bij elkaar optelt, krijg je een goede maatstaf die ons de beperking laat zien die iedereen met Huntington heeft, maar niet iedereen hoeft hetzelfde type probleem te hebben. Dat is de strategie die we gebruiken in die test, en we hebben geprobeerd om een brede dekking te krijgen van alle verschillende soorten cognitie die worden aangetast.

JEFF: En als laatste vraag, we hebben vandaag een paar dingen gehoord over het idee van omgevingsverrijking, dit gaat vooral over de dierenstudies, maar ik vroeg me af of je iets kunt zeggen over wat omgevingsverrijking is, en wat het betekent voor mensen die een HD-mutatie hebben?

JULIE: Nou, we zouden graag willen weten wat het betekent voor mensen die de HD-mutatie hebben, en we moeten werken aan het vinden van dat antwoord. Ik denk dat we dat antwoord in de komende vijf tot tien jaar kunnen krijgen. Bij dieren, en dat is waar ik het over had, weten we dat bijvoorbeeld bij HD-muizen, als je ze in een zeer verrijkte omgeving plaatst, je ze schattige muizenspeeltjes geeft om mee te spelen, en ze muizenmaatjes hebben, en muizen-loopwielen. Bij deze dieren duurt het langer voordat hun cognitie achteruitgang begint te vertonen, voordat er problemen beginnen. Wat we niet weten is hoe dat bij mensen zou uitpakken. Bij de dieren is het interessant dat sommige delen van de hersenen meer lijken te profiteren van bijvoorbeeld de fysieke beweging, en sommige delen van de hersenen van de cognitieve oefening. We weten dus eigenlijk niet hoe dit bij mensen zal uitpakken. We weten niet hoeveel van deze verrijkende omgevingen we nodig hebben, en we weten niet welke soorten verrijkende omgevingen het belangrijkst zouden kunnen zijn. Tot nu toe is er bij mensen alleen maar dit kleine beetje bewijs, zou ik zeggen, dat als iemand een meer passieve levensstijl heeft, ze mogelijk een vroegere beginleeftijd hebben. Dat zegt ons helemaal niets over cognitie. Het vertelt ons alleen iets over de beginleeftijd, dus we moeten echt meer weten.

JEFF: Dus het beste idee op dit moment, en het beste advies dat we kunnen geven, is waarschijnlijk om zo actief mogelijk te blijven, het kan geen kwaad?

JULIE: Ja, ik denk dat dat waarschijnlijk een goede les is voor iedereen. Ik denk dat een geweldig aspect van omgevingsverrijking is dat het eigenlijk nooit een slechte bijwerking zal hebben. Wat ik denk dat een veelbelovende benadering is om over na te denken voor de toekomst, is dat omgevingsverrijking met fysieke beweging je misschien 2% voordeel geeft. Als je intellectuele stimulatie hebt, geeft dat misschien 3%. Als je daar dan een goed medicijn bovenop krijgt, geeft dat misschien nog eens 15%, misschien iets meer, wie weet? We weten niet hoe al deze dingen bij elkaar kunnen optellen, maar ik denk dat het echt interessant is om na te denken over de mogelijkheid om verschillende strategieën te combineren – vooral enkele zonder bijwerkingen – en te kijken of we gewoon het meeste kunnen halen uit het proberen de hersenen beter te laten werken, voor een langere periode.

JEFF: Klinkt goed. Bedankt Julie en Ralf, voor het delen van jullie enthousiasme, en voor het verdragen van Ed, trouwens. Bedank ze alsjeblieft met een applaus.

ED: Bedankt mensen, bedankt.

Meer informatie

De auteurs hebben geen belangenconflicten te melden.

Voor meer informatie over ons openbaarmakingsbeleid, zie onze FAQ…

Onderwerpen

, , ,

Gerelateerde artikelen